Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Feekes F. (1981) Biology and colonial organization of two sympatric caciques, Cacicis c. cela and Cacicus h. haemorrhous (Icteridae, Aves) in Suriname. ARDEA 69 (1): 83-107
Deze studie beschrijft de biologie en sociale organisatie van twee sympatrisch voorkomende, in kolonies broedende caciques, Cacicus c. cela en Cacicus h. haemorrhous in Suriname. Kolonies van een van beide soorten en gemengde kolonies komen algemeen voor, maar C. haemorrhous broedt bij voorkeur in hoge gesloten bossen en C. cela in meer open terrein. C. haemorrhous zoekt het gezelschap van C. cela en andere verwante soorten in de minder geprefereerde open en natte biotopen. Uit de verspreiding in Zuid Amerika blijkt eveneens, dat C. haemorrhous grote open gebieden vermijdt. Deze studie tracht voor beide soorten na te gaan welke rol nestplaatskeuze, voedsel strategiedn en anti predatorgedrag spelen voor het broeden in kolonies. Geen van beide soorten heeft een voorkeur voor bepaalde nestbomen, maar zij zoeken bomen uit van waaruit zij uitzicht hebben. Zulke bomen zijn in Suriname zeer algemeen en gebrek aan geschikte nestbomen kan daarom geen oorzaak zijn voor het broeden in kolonies. Het dieet van de volwassen vogels en de nestjongen bestaat uit vruchten en insecten. Er zijn geen aanwijzingen, dat de vogels zich tijdelijk op bepaalde vruchtbomen concentreren, want 1) in korte tijd wordt een grote verscheidenheid van vruchten aan de nestjongen gebracht, 2) de vliegrichtingen vanuit de nestboom blijven gedurende de gehele broedperiode dezelfde en zijn afhankelijk van de structuur van het landschap. Antipredator strategiedn zijn sterk ontwikkeld: de nesten zijn zakvormig en aan de buitenste dunne takken van de nestboom bevestigd; mannetjes doen dienst als wachters; de vogels geven alarmkreten en zij vluchten bij de nadering van een roofvijand; zij vallen gezamenlijk indringers in de nestboom aan. Er worden argumenten gegeven voor de opvatting, dat een overvloed aan voedsel (omdat de vogels vele voedselbronnen exploiteren) en een sterke predatiedruk de belangrijkste factoren zijn, die de sociale organisatie bepalen. Overvloed aan voedsel maakt het mogelijk, dat de vogels in groepen leven en dat er geen paarvorming is. De mannetjes nemen geen deel aan de broedzorg en er zijn meer wijfjes dan mannetjes in en rond de nestboom. Groepen trekken meer roofvijanden aan. Aan de andere kant worden roofvijanden ook gemakkelijker ontdekt en aangevallen door een groep. Bij beide soorten houden de mannetjes zich grotendeels schuil in en rond de nestboom, maar zij komen tevoorschijn om indringers aan te vallen. Er zijn argumenten, die er op wijzen, dat C. cela beter is aangepast dan C. haemorrhous aan het leven in meer open terrein, dat vermoedelijk gevaarlijk is. Namelijk, de nesten van C. cela zijn dichter opeen gebouwd; minder mannetjes tegelijk vertonen dreigen en baltsen en zij doen dit op een klein aantal voorkeursplaatsen, terwijl de mannetjes van C. haemorrhous geen voorkeursplaatsen hebben. De mannetjes van C. cela hebben een complexe, langdurige balts met ingewikkelde zang en zij gebruiken een speciale langeafstandszang, die van kolonie tot kolonie verschillend is. De dreig en balts handelingen van C. haemorrhous zijn kort en minder opvallend, terwijl ook de zang eenvoudig en niet koloniespecifiek is. In gemengde kolonies is C. haemorrhous schuwer en er zijn argumenten, dat C. haemorrhous bescherming zoekt in de andere kolonies.


[close window] [previous abstract] [next abstract]