Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Oliver P.J. (2005) Roosting behaviour and wintering of Eurasian Marsh Harriers Circus aeruginosus in south-east England. ARDEA 93 (1): 137-140
Overwinterende Bruine Kiekendieven Circus aeruginosus die in het Engelse Kent werden bestudeerd, gebruikten kwelders en rietvelden in een aangrenzend zoetwatermoeras als reguliere slaapplaatsen. Deze plekken lagen 2,5-3,5 km uit elkaar. Tussen de slaapplaatsen vond uitwisseling plaats. De aankomst varieerde van een half uur voor tot een half uur na zonsondergang en duurde gemiddeld 55 min (spreiding 35-70 min). Rond zonsondergang vonden gemeenschappelijke “luchtballetten” plaats. Rond zonsopkomst kwamen die weinig voor, terwijl de duur ervan dan korter was. Dit gedrag correleerde niet met lokale weersomstandigheden. In dit deel van Engeland werden de eerste slaapplaatsen vanaf najaar 1985 en vanaf de winter 1990/91 vastgesteld. Waarschijnlijk ging het hier om lokale broedvogels, gezien het feit dat de winteraantallen in de pas liepen met de lokale broedvogelstand. Broedvogel- en winteraantallen vertoonden beide een stijgende lijn van 1990/91 tot 2003/04. De meeste overwinteraars waren in vrouwelijk kleed; vogels in manlijk kleed maakten 10% van het totaal uit (met een verdubbeling in 2003/04). Over de oorzaken van de toename in zomer en winter kan alleen gespeculeerd worden; een correlatie met de gemiddelde wintertemperatuur werd niet gevonden. Wel nam het lokale voedselaanbod toe als gevolg van uitzetten van hoenders (Rode Patrijs Alectoris rufa en Fazant Phasianus colchicus) en een toename van Bruine Ratten Rattus norvegicus in het gebied. Maar omdat de trend in Kent gelijk oploopt met de ontwikkelingen in Nederland en België, ligt een bovenregionaal verband meer voor de hand.


[close window] [previous abstract] [next abstract]