Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Bojarinova J.G., Rymkevich T.A. & Smirnov O.P. (2002) Timing of autumn migration of early and late-hatched Great Tits Parus major in NW Russia. ARDEA 90 (3): 401-409
Als je als vogel vroeg wordt geboren, heb je meer tijd om je voor te bereiden op de komende herfst en winter dan later geboren jongen. De datum waarop je geboren wordt, kan dus consequenties hebben voor de wijze waarop je de jaarcyclus indeelt. De hier bestudeerde populatie Russische Koolmezen Parus major nabij St. Petersburg maakt soms twee broedsels per jaar. De jongen van het tweede broedsel komen gemiddeld 35 dagen later uit het ei dan jongen uit het eerste broedseI. De jongen uit deze tweede broedsels kunnen in het najaar nog als zodauig herkend worden, omdat zij Diet al hun staartveren mien, terwijl de jongen uit eerste broedsels dit wei doen. Heeft de datum waarop je als Koolmees uit het ei komt, nu inderdaad effect op de levenscyclus gedurende de rest van het eerste levensjaar? De auteurs trachten een antwoord op die vraag te geven door na te gaan of de jongen uit eerste en tweede broedsels op verschillende momenten in het najaar wegtrekken. Bij jongen uit het eerste broedsel bleek de piek van de herfsttrek sterk gecorreleerd te zijn met de piek van uitkomen van deze broedsels. Als de geboortepiek van deze vogels wat later in het jaar viel, trokken de jongen ook wat later in het jaar weg. Deze jongen beginnen hun trek dus altijd een vaste tijd na het uitkomen van de eieren, ongeacht op welke datum de piek van het uitkomen van de eieren valt. Jongen uit tweede broedsels trokken weI later weg dan jongen uit het eerste broedsel, maar gemiddeId waren ze toch vier weken jonger dan de jongen uit eerste broedsels. In tegenstelling totjongen uit de eerste broedsels bleek het moment van wegtrek van jongen uit tweede broedsels niet door de leeftijd, maar door de kalenderdatum te worden bepaald. Dit betekent dat jongen uit tweede broedsels op een jongere leeftijd wegtrokken als ze laat in het seizoen waren geboren. Zo waren jongen uit tweede broedsels die na half juli waren geboren, tien dagen jonger toen ze wegtrokken dan mezen die in de eerste helft van deze maand waren geboren. De auteurs bediscussieren de variatie in trektijd als gevolg van verschillen in uitkomstdatum in relatie tot het moment van de rui van de jongen en hoe dit samenhangt met de wijze waarop deze vogels op de variatie in daglengte reageren.


[close window] [previous abstract] [next abstract]