Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Schipper W.J.A. (1977) Hunting in three European harriers (Circus) during the breeding season. ARDEA 65 (1-2): 53-72
In aansluiting op voorgaand onderzoek over prooikeuze en jacht van sympatrische kiekendieven werden Grauwe Kiekendief Circus pygargus, Blauwe Kiekendief Circus cyaneus en Bruine Kiekendief Circus aeruginosus gedurende een aantal jaren onderzocht in Nederland en Frankrijk. We vonden dat Circus pygargus mannetjes meestal over grote afstanden van het nest jaagden, dat Circus aeruginosus binnen een paar km afstand bleef en dat Circus cyanus. wat verder ging dan Circus aeruginosus (Tabel 1; Fig. 1 en 2). Bij alle soorten bleven de wijfjes meestal binnen een paar km (Fig. 3). Dit gedrag bennvloedde vermoedelijk de jachtbiotoopkeuze. Circus aeruginosus zocht als regel kleinere gebieden grondig af. Daarentegen vlogen Circus cyanus mannetjes en vooral Circus pygargus mannetjes constanter door op hun route, hetzij langs bermen en randen, hetzij over uitgestrekte eenvormige, of min of meer kale gebieden. Bij Circus cyanus vertoonden beide seksen door hun laag en snel vliegen over geaccidenteerde terreinen en vegetaties en korte achtervolgingen van wendbare prooi een grote wendbaarheid in de vlucht. De morfologische kenmerken zijn hiermee in overeenstemming. Circus aeruginosus vertoonde al deze kenmerken het minst. Circus aeruginosus mannetjes en wijfjes jaagden over moerasvegetaties en andere prooirijke, flink begroeide gebieden; de wijfjes vlogen dikwijls iets hoger boven de vegetaties, hetgeen verband kan houden met de kleinere percentages wendbare prooi in hun voedsel. Van de onderzochte kiekendieven joegen Circus pygargus mannetjes het meest over eentonige vlakke gebieden, soms met schaarse begroeiing. Het verband tussen grootte van het jachtgebied en type prooi wordt besproken.


[close window] [previous abstract] [next abstract]