Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Strandberg R., Klaassen R.H.G., Hake M., Olofsson P., Thorup K. & Alerstam T. (2008) Complex timing of Marsh Harrier Circus aeruginosus migration due to pre- and post-migratory movements. ARDEA 96 (2): 159-171
De trekbewegingen van drie juveniele en 14 adulte Bruine Kiekendieven Circus aeruginosus vanuit broedgebieden in Zuid-Zweden werden in kaart gebracht met behulp van satelliettelemetrie. Vier vogels werden gedurende meerdere jaren gevolgd. Alle juveniele en vier adulte vogels verlieten het broedgebied lang voordat ze daadwerkelijk aan hun herfsttrek begonnen. Daarnaast vlogen de vogels die ten zuiden van de Sahara overwinterden, niet direct naar hun uiteindelijke overwinteringsgebied, maar stopten een tijdje net ten zuiden van de Sahara. De functie van deze opmerkelijke bewegingen is waarschijnlijk het exploiteren van de ruimtelijke variatie in voedselbeschikbaarheid. Zowel de herfst- als voorjaarstrek vond plaats binnen een nauwe baan, waarbij er geen duidelijke verschillen in timing, snelheid, afstand en duur van de trek tussen de seksen bestond. Vrouwtjes neigden er echter wel toe de voorjaarstrek sneller te voltooien dan mannetjes. De afstanden waarover juveniele vogels trokken, waren korter en hun treksnelheid was lager dan bij adulte vogels. Snelheid en duur van de voor- en najaarstrek waren gelijk. Geen van de juveniele vogels passeerde de Sahara. Twee juveniele vogels en één adult vrouwtje overwinterden in Europa, wat overeenkomt met het beeld van de recente toename van het aantal in West-Europa overwinterende (juveniele) Bruine Kiekendieven. Alle individuen die de Sahara overstaken, overwinterden in tropisch West-Afrika. De kiekendieven waren bijzonder plaatstrouw aan broedgebied, pleisterplaatsen tijdens de trek en overwinteringsgebieden. De overall treksnelheid was gelijk aan die van Visarenden Pandion haliaetus en Wespendieven Pernis apivorus, twee andere trans-Sahara trekkers. Bruine Kiekendieven trekken echter over kortere afstanden dan de twee andere roofvogels. Visarenden foerageren tijdens het trekken om de treksnelheid te verhogen, terwijl Wespendieven gespecialiseerd zijn in het benutten van thermiek. Hoe Bruine Kiekendieven de afweging maken tussen voedsel zoeken en het benutten van gunstige trekomstandigheden blijft vooralsnog een vraag.


[close window] [previous abstract] [next abstract]