Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Leyrer J., Pruiksma S. & Piersma T. (2009) On 4 June 2008 Siberian Red Knots at Elbe Mouth kissed the canonical evening migration departure rule goodbye. ARDEA 97 (1): 71-79
De meeste trekvogels zitten krap in hun tijd. Dat geldt zeker voor de Afro-Siberische ondersoort van de Kanoet Calidris canutus canutus. Deze Kanoeten overwinteren vooral op de Banc d’Arguin in Mauritanië. Begin mei vliegen de meeste non-stop naar de Duitse Waddenzee in Sleeswijk-Holstein, een afstand van bijna 5000 km. Daar hebben zij slechts drie weken de tijd om genoeg lichaamsreserves aan te leggen voor een vlucht naar hun broedgebieden op het schiereiland Taimyr in Siberië, nog eens een non-stop vlucht van 5000 km. Voor Kanoeten is het cruciaal om daar op tijd aan te komen, maar onderweg beïnvloeden weersomstandigheden hun mogelijkheden. Een harde tegenwind tijdens het vliegen kost niet alleen meer energie, maar kan ook nadelig zijn voor het tijdbudget. Verder is oriëntatie een belangrijke factor voor trekvogels. Zij navigeren met behulp van verschillende kompassystemen (aardmagnetische veld, zon en sterren). Deze systemen moeten nu en dan met elkaar worden gelijkgesteld. Dit kalibreren lukt het best rond zonsondergang (en zonsopkomst), als alle “cues” zowat tegelijkertijd aanwezig zijn. Misschien vertrekken veel trekvogels daarom rond deze tijd. Van Kanoeten is bekend dat ze juist in de vroege avond, voor zonsondergang, liefst met opkomend water vertrekken. ’s Nachts vliegen geeft als extra voordelen de lagere temperaturen (vliegende vogels moeten warmte kwijt) en een rustiger atmosfeer dan overdag. De canutus Kanoeten vertrekken begin juni vanuit hun opvetgebieden in de Waddenzee van Sleeswijk-Holstein. Na enkele dagen met vertrek op normale tijdstippen, observeerden wij op 4 juni 2008 tienduizenden Kanoeten die niet rond zonsondergang, maar tijdens opkomend water midden op de dag vertrokken. De avond ervoor was er onweer in het gebied. Het was toen te slecht om te vertrekken. Toch hebben de vele Kanoeten (misschien wel 5–10% van de hele trekkende populatie) de volgende avond niet afgewacht. Wij suggereren dat zij met het middagvertrek de voordelen van een avondstart hebben ingeruild voor een ander voordeel. Omdat in de buurt Slechtvalken Falco peregrinus broeden, die in deze tijd veel steltlopers vangen, is het mogelijk dat ze een hele extra dag met een verhoogd predatierisico (ze zijn immers heel vet en minder wendbaar) niet hebben willen afwachten.


[close window] [previous abstract] [next abstract]