Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Solheim R., Bekken J., Bjørnstad R., Bye F.N., Hagen T.K., Isaksen K. & Strøm H. (2009) Ural Owls Strix uralensis at the border line: nesting places are not a limiting factor. ARDEA 97 (4): 515-518
Het broedareaal van de Oeraluil Strix uralensis bereikt haar westgrens in Hedmark in het zuidoosten van Noorwegen. Vanaf 1979 zijn hier in geschikt habitat 80 nestkasten voor de soort ter beschikking gesteld (9 in 1979, 18 in 1982 en 53 in 1985). Zes nestkasten werden later toegevoegd, hetgeen een totaal oplevert van 86 kasten. De nestkasten werden tot en met 2004 geïnspecteerd, waarna 8 kasten naar West- en 20 kasten naar Midden-Zweden werden overgebracht. De Noorse broedresultaten van 1980 tot en met 2004 worden vergeleken met die van de nestkasten in Midden-Zweden in 2005–07. De nestkasten in Noorwegen boden gedurende 1429 nestkastjaren broedgelegenheid aan Oeraluilen. Doordat niet alle kasten elk jaar werden gecontroleerd, waren er gegevens voor 847 (59,3%) nestkastjaren voorhanden. Oeraluilen gebruikten slechts vier nestkasten (drie één jaar en één tien jaar na ophangen van de kasten). Dit leverde in totaal 19 broedsels op. In Midden-Zweden waren negen van de 20 nestkasten bezet door Oeraluilen. Dit leverde zes broedsels en drie broedpogingen op tijdens acht van de 56 beschikbare nestkastjaren. De bezetting van de kasten in Noorwegen (1,3% van de nestkastjaren) is erg laag in vergelijking met die in Midden-Zweden (14,3% van de nestkastjaren). Ondanks het feit dat de nestkasten in Noorwegen in geschikt habitat waren opgehangen, was er tijdens de onderzoeksperiode geen toename in nestkastbezetting. Er wordt daarom geconcludeerd dat de Oeraluil aan de westgrens van zijn verspreidingsgebied niet beperkt wordt door de broedgelegenheid. Verondersteld wordt dat de voedselbeschikbaarheid in de winter hier de voornaamste beperkende factor is.


[close window] [previous abstract] [next abstract]