Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Mikula P. (2014) Pedestrian density influences flight distances of urban birds. ARDEA 102 (1): 53-60
Vogels staan er om bekend dat ze zich kunnen aanpassen, iets wat ze te stade komt nu de wereld in snel tempo urbaniseert. Soorten of individuen die goed tegen menselijke aanwezigheid kunnen, zouden met verstedelijkte gebieden een nieuw habitat aan hun leefgebied kunnen toevoegen of zich kunnen aanpassen aan een veranderende leefomgeving. Er is veel onderzoek gedaan naar de invloed van mensen op vogels in steden. Een deel van dat onderzoek maakt gebruik van de vluchtafstand, de afstand waarop een vogel vlucht voor een mens. Aan vluchten zijn kosten verbonden, onder meer omdat het een vogel afhoudt van zijn dagelijkse bezigheden. De vluchtafstand is eenvoudig te meten: spot een vogel, loop er op af, en noteer het aantal stappen tot aan de vogel op het moment dat de vogel ervandoor gaat (en ijk je stap aan een meter). In deze studie aan 20 vogelsoorten op 10 locaties in Praag wordt ervan uitgegaan dat vogels met een korte vluchtafstand beter zijn aangepast aan menselijke aanwezigheid dan vogels met een lange vluchtafstand. In het hier gepresenteerde onderzoek bleek dat de vluchtafstand vooral werd bepaald door vogelsoort en voetgangerdichtheid. Het type habitat (bos, tuinen, parken, opgaande bebouwing, groengebieden) was een minder belangrijke factor voor de lengte van de vluchtafstanden. Op verschillende plekken in hetzelfde park,waar de samenstelling van de vogelbevolking gelijk was maar de voetgangerdichtheid verschilde, varieerde de vluchtafstand voor dezelfde soorten naar gelang de voetgangerdichtheid. Omgekeerd waren de vluchtafstanden van dezelfde soorten in verschillende habitats min of meer gelijk. Soorten met een zeer geringe vluchtafstand waren Stadsduif Columba livia, Vink Fringilla coelebs, Pimpelmees Cyanistes caeruleus en Houtduif Columba palumbus, terwijl relatief grote vluchtafstanden werden genoteerd voor Spreeuw Sturnus vulgaris, Groene Specht Picus viridis, Torenvalk Falco tinnunculus en Sperwer Accipiter nisus (de laatste drie soorten echter maar met één exemplaar vertegenwoordigd in het onderzoek). Gemiddeld genomen nam de vluchtafstand af met toenemende voetgangerdichtheid. Deze resultaten suggereren dat vogels zich kunnen aanpassen aan menselijke aanwezigheid, maar dat die aanpassing individu- en soortbepaald is. Die eigenschap zal vogels van pas kunnen komen nu steden, toch al een predatorrijke omgeving met al die honden en katten, steeds meer worden bevolkt door roofvogels. En ook nu steeds meer landelijk gebied wordt omgezet in verstedelijkt gebied waar mensen een dominante factor zijn.


[close window] [previous abstract] [next abstract]