Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Balbontín J. & Ferrer M. (2005) Factors affecting the length of the post-fledging period in the Bonelli’s Eagle Hieraaetus fasciatus. ARDEA 93 (2): 189-198
Jonge Havikarenden Hieraaetus fasciatus zijn na het uitvliegen nog geruime tijd van hun ouders afhankelijk. In deze studie van Havikarenden in Zuid-Spanje werd bekeken of de duur van die afhankelijkheidsperiode werd bepaald door de kwaliteit van de broedplaats (een hoge kwaliteit zou jonge arenden langer in het territorium kunnen laten vertoeven, en vice versa), dan wel door de conditie van de jongen (een goede conditie zou in snellere dispersie moeten resulteren). Om dit uit te knobbelen werd een aantal relevante habitatvariabelen gekwantificeerd. Als maat voor de voedingstoestand van de jongen werd het ureum- en urinezuurgehalte in het bloedplasma onderzocht. Tussen 1998 en 2000 werden 28 jongen afkomstig van 14 broedplaatsen van een zender voorzien. Daarmee konden ze na het uitvliegen op de voet worden gevolgd. Het moment waarop ze gedurende twee opeenvolgende dagen meer dan 3,5 km van de nestlocatie zaten, werd beschouwd als de start van hun onafhankelijkheid van de ouderlijke zorg. De jonge arenden vlogen gemiddeld op 14 mei uit. Geen enkel jong vertoefde langer dan 114 dagen na het uitvliegen op de broedplaats (spreiding 50–114 dagen, gemiddeld 77 dagen). Hoe vroeger het broedsel was begonnen, des te vroeger ook werden de jongen zelfstandig. Geslacht noch conditie van de jongen speelde een rol bij de duur van de afhankelijkheidsperiode; dat gold ook voor de gemeten habitatvariabelen (een kwalitatief goed habitat resulteerde dus niet in een vroegere dispersie van de jongen) Welke factoren dan wel sturend waren bij het bepalen van het moment van dispersie, bleef in deze studie onduidelijk.


[close window] [previous abstract] [next abstract]