Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Morrison R.I.G. (2006) Body transformations, condition, and survival in Red Knots Calidris canutus travelling to breed at Alert, Ellesmere Island, Canada. ARDEA 94 (3): 607-618
Dit artikel geeft een overzicht van wat bekend is over de aanleg en gebruik van lichaamsreserves bij de Kanoet Calidris canutus islandica tijdens de voorjaarstrek op de pleisterplaatsen van IJsland en na aankomst in het broedgebied bij Alert in Noordoost-Canada. In IJsland slaan Kanoeten grote hoeveelheden vet en eiwit op en ondergaan grote morfologische veranderingen ten behoeve van de vlucht naar het broedgebied: vliegspieren en hart worden groter, terwijl maag, darmen en pootspieren kleiner worden. Bij aankomst in het broedgebied bezitten de vogels nog een aanzienlijk deel van hun vet en eiwit. Voldoende om het verterings- en voortplantingsstelsel weer op te bouwen en om perioden met slecht weer te overbruggen. Onderzoek met stabiele isotopen laat zien dat de lichaamsreserves niet, of amper, gebruikt worden voor de aanmaak van eieren. De hoeveelheid reserves die in IJsland zijn aangelegd, kan belangrijk zijn om zomers met erg slecht weer te overleven. Ook zijn er aanwijzingen dat zware vogels op IJsland ouder worden dan lichtere dieren. Dat het opslaan van onvoldoende lichaamsreserves tijdens de trek ten koste kan gaan van de overlevingskansen bleek in Noord-Amerika, waar Kanoeten (ondersoort rufa) in 1997–2002 te maken hadden met een sterk gereduceerd voedselaanbod op de pleisterplaats in Delaware Bay, Verenigde Staten. Dit had tot gevolg dat de winterpopulatie op Vuurland in het zuiden van Zuid-Amerika halveerde. Afname van de oppervlakte aan foerageergebied of van de voedselomstandigheden tijdens de voorjaarstrek kan voor Kanoeten, en andere steltlopers, leiden tot een verlaging van voortplantings- en overlevingskansen, waardoor populaties afnemen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]