Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Koopman K. (1986) Primary moult and weight changes of Ruffs in The Netherlands in relation to migrants. ARDEA 74 (1): 69-77
Aan de hand van 823 mannelijke en 304 vrouwelijke gevangen Kemphanen wordt de handpenrui beschreven en wordt het gewicht geanalyseerd in relatie tot de handpenrui. Eind juni beginnen in Nederland de eerste mannen met de handpenrui, de eerste vrouwen begin juli. Vrijwel alle mannen beginnen in Nederland met de handpenrui, een deel van de vrouwen echter niet. Dit is in overeenstemming met de situatie in de Afrikaanse winterkwartieren. De vogels die hier de rui afmaken zijn uiterlijk begin oktober (mannen) en half oktober (vrouwen) klaar. De periode van de handpenrui duurt circa 72 dagen. Veel Kemphanen onderbreken echter vanaf augustus de handpenrui. Ze hebben dan 5 of meer nieuwe handpennen. Actief ruiende Kemphanen zijn het minst zwaar: mannen 180-190 gram en vrouwen 105-115 gram. Als de handpenrui onderbroken gaat worden en er nog 1 handpen groeiend is, stijgen de gewichten. Vogels met onderbroken handpenrui zijn het zwaarst: mannen 250 gram en vrouwen 145 gram: Kemphanen die in West-Afrika overwinteren, bereiken hun winterkwartieren waarschijnlijk in een non-stop vlucht van circa 4500 km. Na half september zijn mannen mogelijk niet meer in staat voldoende vet op te slaan voor een non-stop vlucht; voor vrouwen ligt dit punt begin september. Daar Kemphanen hun handpenrui op dit tijdstip meestal nog niet voltooid kunnen hebben, wordt de handpenrui onderbroken. Mannelijke Kemphanen die in Nederland overwinteren, hebben voldoende vet om bij invallende vorst in een non-stop vlucht uit te wijken naar Frankrijk.


[close window] [previous abstract] [next abstract]