Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Zenatello M., Serra L. & Baccetti N. (2002) Trade-offs among body mass and primary moult patterns in migrating Black Terns Chlidonias niger. ARDEA 90 (3): 411-420
Het ruien van grote slagpennen en het trekken over grote afstanden zijn beide energetisch kostbaar. De meeste langeafstandstrekkers mien en trekken dan ook in verschillende tijden van hetjaar. De periodes waarin Zwarte Stems Chlidonias niger in het najaar trekken en waarin ze hun grote slagpennen mien, vertonen echter een grote mate van overlap. In de Golf van Venetie, Italie, werden bij de slagpenrui twee strategieen gevonden, die samengingen met verschillen in lichaamsgewicht tussen de twee groepen vogels. Er was een groep vogels die relatief zwaar was (gemiddeld 65,5 ± 4,4 g), 2-4 slagpennen tegelijkertijd mide en waarvan de slagpennen langzaam groeiden, en een relatief lichte groep (63,0 ± 4,7 g) die minder (1-3) slagpennen tegelijk mide en waarvan de pennen sneller groeiden. Vroeg in het seizoen behoorde een groat deel van de vogels tot de eerste groep. In de loop van het seizoen nam het percentage vogels uit deze groep af ten gunste van de tweede groep. Ondanks de verschillen in groeisnelheid van de veren, was er geen verschil in het moment waarop de vogels uit beide groepen hun veren afwierpen. Ben klein deel van de vogels had een onderbroken mi of was nog in het bezit van alle oude veren. In beide gevallen bettof het lichte vogels (62,5 ± 5,7 g en 62,2 ± 4,1 g). Vogels die veel handpennen tegelijk mien, hebben een hogere vliegkostenpost dan vogels die minder pennen tegelijk mien, omdat de eerste categorie meer massa per vleugeloppervlakte heeft dan de tweede groep. Bovendien kost het de vogels ook nog eens meer tijd om het gat in hun vleugels weer teniet te doen. De auteurs suggereren dat de lage groeisnelheid van de slagpennen van de laatste groep als voordeel heeft dat de vogels hiermee veren van een betere kwaliteit produceren en dat ze daarmee hun overleving zouden verhogen. Dit aspect kan bijzonder belangrijk zijn voor een soort als de Zwarte Stem, die gedurende de gehele levenscyclus sterk afhankelijk is van zijn vliegvermogen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]