Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Both C., Bijlsma R.G. & Ouwehand J. (2016) Repeatability in spring arrival dates in Pied Flycatchers varies among years and sexes. ARDEA 104 (1): 3-21
het voorjaar in het broedgebied te arriveren. Als vogels te vroeg aankomen, is er nog weinig voedsel en kunnen ze doodgaan van de honger. Maar als ze te laat aankomen, is de voorjaarspiek in het voedsel achter de rug en lijden hun jongen honger. Evolutie zou moeten hebben geselecteerd op vogels die op het optimale moment arriveren. Binnen populaties is een aanzienlijke variatie in aankomstdatum waargenomen. Individuen blijken echter vaak consistent vroeg of juist laat te arriveren. Dit patroon vinden evolutionair biologen interessant, omdat het suggereert dat verschillen tussen individuen een genetische basis hebben. Een overzicht van studies naar de overeenkomst in aankomstdatum in het broedgebied bij trekvogels tussen jaren laat zien dat er grote verschillen bestaan tussen soorten en studies. Onze hypothese is dat deze variatie voor een deel kan worden verklaard door condities die trekvogels tijdens hun trek tegenkomen. In het hier besproken onderzoek geven we een overzicht van acht jaar waarnemingen van aankomstdata van Bonte Vliegenvangers Ficedula hypoleuca in ZW-Drenthe. Door dagelijks alle nestkasten af te lopen bepaalden we wanneer een individuele vogel was aangekomen in het broedgebied. Deze metingen bleken heel nauwkeurig te zijn, want de veldwaarnemingen kwamen bijna exact overeen met de aankomsten die werden berekend op basis van uitlezing van dataloggers van 13 individuen. Van meer dan 500 individuen hebben we de aankomstdatum voor meer dan één jaar tot onze beschikking. Tussen jaren vonden we duidelijke verschillen in gemiddelde aankomstdatum. Binnen jaren was de variatie in aankomstdatum binnen een sekse altijd meer dan twee weken. Eén jaar oude vliegenvangers kwamen 4–5 dagen later aan dan oudere vogels. Mannetjes kwamen gedurende hun eerste vier levensjaren steeds vroeger aan. Voor individuele vogels van beide seksen vonden we dat het verschil in aankomstdatum tussen jaren veel kleiner was dan het verschil tussen individuen binnen een jaar. Bovendien was de aankomstdatum voor individuele vogels vrij constant. Ook vonden we dat voor sommige paren de verschillen tussen opeenvolgende jaren veel groter waren dan voor andere paren. Bij vrouwtjes was de overeenkomst in aankomstdatum tussen jaren vergelijkbaar met de overeenkomst in legdatum tussen jaren, maar bij mannen was dat veel minder het geval. We denken dat het verschil in overeenkomst van de aankomstdatum tussen opeenvolgende jaren komt doordat vogels een individueel bepaalde vertrekdatum hebben uit Afrika, maar dat de vogels in sommige jaren voor of tijdens de trek zijn opgehouden. Zo kunnen droge jaren in tropisch Afrika maken dat vogels pas later kunnen vertrekken. Of slechte omstandigheden onderweg kunnen ertoe leiden dat vogels worden opgehouden en dan massaal en gelijktijdig arriveren zodra het weer verbetert (bijvoorbeeld in 2013). Deze variatie is interessant voor evolutiebiologen, omdat in sommige jaren de mogelijk aanwezige genetische variatie in trektijden misschien niet tot uiting komt, en in andere jaren juist wel. In een snel veranderende wereld kan flexibiliteit in aankomstdatum van groot belang zijn. Het is belangrijk om te begrijpen hoe dat in zijn werk gaat, en of micro-evolutie kan plaatsvinden op de aanwezige variatie.


[close window] [previous abstract] [next abstract]