Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Bateson P.P.G. & Plowright R.C. (1959) Some aspects of the reproductive behaviour of the Ivory Gull. ARDEA 47 (3-4): 157-172
Waarnemingen over het voortplantingsgedrag van de Ivoormeeuw door P. P. G. Bateson en R. C. Plowright, met enige vergelijkende opmerkingen door N. Tinbergen. In de zomer van 1958 brachten de schrijvers samen met R. E. Hichcock en J. L. Cutbill drie weken door bij een broedkolonie van Ivoormeeuwen op een steile, 300 m hoge rotswand aan de zuidelijke oever van Wahlenbergfjord in Noordoostland. Vanwege ongunstige ijscondities konden zij de kolonie pas op 17 juli bereiken, toen bijna alle eieren al gelegd waren en sommige zelfs op het punt van uitkomen stonden. Bet artikel geeft een beschrijving van de dreig- en baltshoudingen voor zover gezien; een film is gedeponeerd in het Department of Zoology in Oxford. Waarnemingen over andere aspecten van het leven van de Ivoormeeuw zijn, samen meteen aantal foto's, gepubliceerd in British Birds 52, 1959, pp. 105-114, plates 21-24. Uit de waarnemingen en film is duidelijk, dat de Ivoormeeuw een typisch meeuwengedragrepertoire heeft (vgl. Tinbergen 1959); sommige houdingen en roepen (zoals het 'Juichen', het 'Snavelschermen', het 'Schokken en Koeren', het 'Wegkijken' en het 'Kopwippen') kunnen zander meer met de gelijknamige bewegingen van andere meeuwensoorten gehomologiseerd worden; dit is waarschijnlijk ook gerechtvaardigd voor de alarmroep en de lokroep; een andere houding (de 'Roor') lijkt op de 'Au-roep' van de grote meeuwen. Een duidelijk equivalent van de Opgerichte Dreighouding werd niet waargenomen.+ Bet gedrag is echter toch verschillend genoeg van dat van de andere bekende meeuwen om de eigen geslachtsnaam Pagophila te rechtvaardigen. Met welke der andere meeuwen de Ivoormeeuw het naaste verwant is kan echter nog niet gezegd worden. Bet feit dat de Ivoormeeuw het 'Kopwippen' niet alleen gebruikt bij bedelen om voedsel en als copulatie-inleiding, maar ook in vijandige situaties (en wel door de verslagen of ondergeschikte dieren, wat betekent dat het angst uitdrukt) verbindt de Ivoormeeuw met sommige Amerikaanse soorten (de Ring-billed Gull en de Laughing Gull). Bet wordt langzamerhand duidelijk, dat het Kopwippen bij meeuwen afgeleid moet zijn van de algemene snavel-omhoog-beweging die bij alle meeuwen in conflictsituaties voorkomt waarin angst overweegt; dat deze beweging door versneld omhoog werpen en door ritmische herhaling geritualiseerd is; en dat ze bij de grote meeuwen, de Kokmeeuw en naaste verwanten en de Drieteenmeeuw secundair uit het vijandige gedrag verdwenen is en nu uitsluitend in seksuele situaties als 'vriendelijk' gebaar gebruikt wordt. Bet lijkt me verder waarwaarschijnlijk, dat het omhoog werpen van de kop dat Zilvermeeuwen en vooral Stormmeeuwen tijdens het 'Juichen' doen, van dezelfde algemeen verbreide snavel-omhoog-beweging afgeleid, en op andere wijze en in ander functioneel verband geritualiseerd is. Dit lijkt me althans de meest plausibele verklaring van de tot nu toe bekende feiten. Een bijzonder interessant punt is dat de ontmoetings- of begroetingsceremonie van de partners van een paar bij de Ivoormeeuw weliswaar (net als bij vrijwel alle andere meeuwen) met het ,,Juichen' begint, maar met Kopwippen eindigt. Zoals ik in mijn samenvattend artikel (1. c.) uitvoerig besproken heb, zijn de ontmoetingsceremonidn bij de tot nu toe bekende meeuwensoorten altijd een serie van twee, soms drie, houdingen en roepen die sterk lijken op dreighoudingen en die ongetwijfeld daarvan afgeleid zijn, gevolgd door een houding die van een angstige houding afgeleid is, en die waarschijnlijk een 'vredestichtend' effect heeft doordat hij in de partner de (altijd sluimerend aanwezige) vijandschap onderdrukt. Bij de grote meeuwen, en nog uitgesprokener bij de Kokmeeuw en verwanten, wordt hiervoor het Wegkijken gebruikt, bij de Drieteenmeeuw Schokken en Koeren met naar boven gerichte en gesloten snavel, en bij de Dwergmeeuw een opzij rollen van de kop. De Ivoormeeuw past enerzijds in dit algemene beeld doordat hij eveneens een 'onderworpen' gebaar, het Kopwippen, gebruikt; aan de andere kant is het hoogst merkwaardig dat deze soort nu weer een andere beweging heeft ingelast in deze ceremonie, een beweging die alle andere meeuwen hebben, maar die door geen als vredestichtend gebaar bij de ontmoeting van mannetje en wijfje gebruikt wordt. Het feit dat ook bij deze soort een beweging gebruikt wordt die tijdens gevechten als uiting van ondergeschiktheid optreedt, versterkt natuurlijk het algemene beeld dat we van de meeuwenbalts ontworpen hebben: een serie dreigbewegingen gevolgd door een onderworpen houding, die alle, ondanks tekenen van ritualisatie in dienst van de paarvorming, toch hun oorsprong nog verraden. Waarom deze soort nu juist Kopwippen en niet bijv. het Wegkijken gebruikt (een gebaar dat hij wel bezit) is nog een onopgelost raadsel.


[close window] [previous abstract] [next abstract]