Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Naef-Daenzer L., Nager R.G., Keller L.F. & Naef-Daenzer B. (2004) Are hatching delays a cost or a benefit for Great Tit Parus major parents? ARDEA 92 (2): 229-237
Bij veel soorten vogels is het moment van broeden zeer belangrijk voor het aantal nakomelingen dat ze kunnen grootbrengen. Dit geldt in sterke mate voor bosvogels die afhankelijk zijn van de korte periode dat er veel rupsen aanwezig zijn. Koolmezen Parus major voeren hun jongen vooral rupsen en de vraag is hoe ze het voor elkaar krijgen om jongen op het juiste moment in het nest te hebben. Jaren verschillen in de datum van de rupsenpiek. Dit betekent dat de mezen niet ieder jaar op dezelfde datum kunnen leggen. Verder hangt het precieze moment van de rupsenpiek af van de actuele temperatuur tijdens het legseizoen: als het warm wordt nadat de mezen zijn begonnen te leggen, zullen de rupsen verdwenen zijn voordat de jonge mezen ze nodig hebben, terwijl als het koud wordt na de eileg de rupsen te laat zullen zijn voor de jonge mezen wanneer de ouders hun broedtijd niet aanpassen. Dit laatste werd gedurende twee jaar in Zwitserland onderzocht, waarbij zowel het tijdstip van de rupsenpiek als de reactie daarop van de mezen werd gemeten. In een van de jaren werd het koud tijdens de eileg en veel vrouwtjes stelden de bebroeding van de eieren een paar dagen uit, waardoor de jongen ook later uit het ei kropen. Eieren van vrouwtjes die zo de uitkomst vertraagden, hadden een kleinere kans om uit te komen. Tegenover deze kostenpost stond dat vertraging van uitkomst wel meer voedsel voor de jongen opleverde, omdat de rupsenpiek als gevolg van het koude weer ook later werd bereikt. De jongen uit vertraagde nesten waren daardoor zwaarder. Omdat het uitvlieggewicht van jongen voor een belangrijk deel hun overlevingskans tot broedvogel beïnvloedt, woog het voordeel van een hogere overlevingskans op tegen het nadeel van minder jongen en was de geobserveerde vertraging dus een goede aanpassing aan het koude weer. In een experiment waarbij nestkasten waarin vrouwtjes aan het leggen waren, ’s nachts experimenteel kouder werden gemaakt, vonden de onderzoekers eveneens dat vrouwtjes de uitkomstdatum van hun eieren vertraagden. Het lijkt er dus op dat vrouwtjes Koolmezen het moment dat ze met het bebroeden van de eieren starten, direct aanpassen aan de actuele temperatuur.


[close window] [previous abstract] [next abstract]