Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Bijlsma R.G. & ten Seldam H. (2013) Impact of focal food bonanzas on breeding Ravens Corvus corax. ARDEA 101 (1): 55-59
Nadat Raven Corvus corax in de vorige eeuw waren uitgeroeid, moest er een herintroductie aan te pas komen alvorens de soort zich in de jaren zeventig opnieuw als broedvogel in Nederland vestigde. Op Planken Wambuis en omgeving, ZW-Veluwe, werd het eerste broedpaar in 1978 vastgesteld. Vanaf 1998 zaten hier permanent drie paren op 35 km², met uitzondering van 2001–02 (twee paren), een dichtheid die overeenkomt met die van de ZW-Veluwe als geheel (in 2012: 8 paren op 100 km²). In het studiegebied leven forse aantallen Edelherten Cervus elaphus en Wilde Zwijnen Sus scrofa, die tot en met 2001 werden bijgevoerd met aardappels, appels, korrelmaïs, bieten en brokken. Daarvan werd ook door de Raven gegeten. Van het geschoten wild bleven tot en met 2001 de ingewanden en longen in het veld achter, een gewilde voedselbron van Raven; de kadavers werden echter afgevoerd. In 2002 veranderde het lokale wildbeleid: met bijvoeren werd gestopt, en het geschoten wild werd op enkele vaste plekken in het terrein achtergelaten. Dat betekende gemiddeld een verviervoudiging van hoogwaardig voedsel voor Raven in winter en voorjaar. Op grond daarvan verwachtten we een toename van de broeddichtheid en/of een verbetering van het broedsucces. Niets bleek minder waar: de dichtheid bleef gelijk en het broedsucces zakte naar het nulpunt. De vermoedelijke oorzaak was dat de kadaverbonanza door groepen niet-broedende Raven werd gemonopoliseerd. Deze groepen zorgden bovendien voor onrust bij de territoriale paren. Pas toen in 2007 werd besloten de kadavers willekeurig verspreid in het terrein achter te laten, in plaats van te dumpen op enkele vaste locaties, wisten de broedende Raven weer jongen groot te brengen. Het leek erop dat de niet-broedende Raven door de gewijzigde strategie geen kans zagen het voedsel te monopoliseren, waardoor het weer beschikbaar kwam voor de territoriale paren. Bovendien verdwenen de groepen niet-broeders, of bleven ze slechts kort hangen, waardoor de onrust rond broedplaatsen afnam.


[close window] [previous abstract] [next abstract]