Ardea Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union |
Fernandez-Juricic E. (2000) Forest fragmentation affects winter flock formation of an insectivorous guild. ARDEA 88 (2): 235-241 |
De mogelijke effecten van biotoopgrootte en -isolatie op de grootte en de soortenrijkdom van groepjes rondtrekkende zangvogels werd onderzocht door de vogels 's winters te tellen langs lijntransecten in 23 parken in Madrid, Spanje. De grootte van de parken liep uiteen van 0,24 tot 118 ha; ook de afstand tot een 1722 ha groot bosgebied ten noordwesten van Madrid was heel variabel. De rondtrekkende groepjes konden bestaan uit Koolmees Parus major, Pimpelmees P. caeruleus, Zwarte Mees P. ater, Staartmees Aegithalos caudatus, Tjiftjaf Phylloscopus collybita, Vuurgoudhaantje Regulus ignicapillus en Boomkruiper Certhia brachydactyla. Hoe groter het park, hoe meer coniferen er in dat park aanwezig waren en hoe groter en ouder de bomen waren, des te groter de groepsgrootte van de aanwezige zangvogels was. De totale groepsgrootte was negatief gecorreleerd met de afstand tot het grote bos. De soortenrijkdom van de groepjes vertoonde echter geen enkel verband met de grootte van het park of de afstand tot het grote bos. De talrijkste soorten kwamen het meeste samen voor. Dat de kans clat er groepjes werden gevormd afnam met de grootte van het park is vermoedelijk een gevolg van de afnemende biotoopkwaliteit bij verdergaande fragmentatie. Het ziet ernaar uit dat het al of niet voorkomen van rondtrekkende groepjes afhangt van de aanwezigheid van Tjiftjaffen en Zwarte Mezen. Deze vogels trekken andere aan en vormen zo de kern van de rondtrekkende groepjes. |