Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Houston D.C. (1975) Ecological isolation of African scavenging birds. ARDEA 63 (1-2): 55-64
1. In dit artikel wordt een aantal waarnemingen over Afrikaanse aasetende vogels bijeengebracht, die vroegere studies aanvullen en die gelegenheid geven om de ecologische differentiatie tussen deze 'soorten te trachten op te helderen. 2. De Witruggier Gyps africanus en de grotere Rnppells Gier rueppellii concurreren in het Serengeti National Park direct met elkaar, ofschoon zij over het grootste gedeelte van hun arealen waarschijnlijk geografisch van elkaar gescheiden zijn. Verondersteld wordt dat lichaamsgrootte en vliegvermogen van deze twee typen grote gieren aangepast zijn aan een leven in bergland (Rnppells) en vlakke savannen (Witrug). 3. De Oorgier Torgos tracheliotus en de Witkopgier Trigonoceps occipitalis zijn beide waarschijnlijk aasetende standvogels. De Oorgier is een agressieve deelnemer aan de grote verzamelingen van grote gieren; hij neemt de hardere delen van de grote karkassen die de andere gieren niet eten. Daarentegen is de Witkopgier een solitaire voedselzoeker en een schuchtere vogel. Hij zoekt kleinere karkassen op die door andere gieren niet worden gebruikt. 4. De Kapgier Necrosyrtes monachus en de Aasgier Neophron percnopterus zijn door hun verspreidingsgebieden duidelijk van elkaar gescheiden; dat geldt ook voor de Kapgier en de Lammergier Gypaetus barbatus. 5. De Maraboe Leptoptilos crumeniferus is de enige andere aasetende vogel die, in sommige gebieden, ook uitsluitend van aas leeft; hij voedt zich voornamelijk door voedsel te stelen van de grote gieren.


[close window] [previous abstract] [next abstract]