Ardea Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union |
Negro J.J., Tella J.L., Hiraldo F., Bortolotti G.R. & Prieto P. (2001) Sex- and age-related variation in plasma carotenoids despite a constant diet in the Red-legged Partridge Alectoris rufa. ARDEA 89 (2): 275-280 |
De Rode Patrijs Alectoris rufa ontleent zijn naam aan de felrode kleur van snavel, poten en oogring. De kleur ontstaat door caroteenpigmenten die opgenomen worden met het voedsel. Ook bij andere vogelsoorten zijn caroteenpigmenten vaak verantwoordelijk voor de felle kleuren, waarvan gedacht wordt dat ze een belangrijke rol spelen als seksueel signaal. De belangrijke vraag is in hoeverre een individu middels de intensiteit van zijn kleuren andere dieren iets laat weten over zijn genetische kwaliteit, dan wei zijn lichamelijke conditie, of de mate waarin het individu toegang heeft tot voedsel met veel caroteenpigmenten. Ben interessante hypothese is dat zieke dieren hun carotenen moeten inzetten ter bestrijding van de ziekte, terwijl gezonde dieren met hun carotenen kunnen pronken in 'nutteloze' ornamenten. Volgens de auteurs is tot nu toe alleen bij de Amerikaanse Torenvalk Falco sparverius vastgesteld dat caroteenkleuring onafhankelijk van het menu varieerde met leeftijd, geslacht en seizoen. In deze studie kregen verschillende groepen in gevangenschap gehouden Rode Patrijzen van verschillend geslacht en leeftijd hetzelfde voedsel. Aan het begin van de studie hadden volwassen dieren de hoogste concentratie caroteen in het bloed, maar de verschillen tussen de groepen waren niet constant in de loop van het seizoen. Verder was het zo dat mannetjes vrijwel steeds een hogere concentratie caroteen in hun bloed hadden dan vrouwtjes, ondanks het gelijke menu. Mannetjes zijn zwaarder dan vrouwtjes, maar binnen een sekse waren de oudere dieren eerst zwaarder en later lichter dan de jonge dieren. Het gewicht werd bepaald om te kijken of caroteenopname samenhing met de conditie van de vogels. Alleen voor jonge vogels was er in een aantal gevallen sprake van een positief verband tussen de conditiemaat en de opname van caroteen in het bloed, maar de auteurs hechten hier weinig waarde aan. Ben probleem bij het onderzoek was dat een aantal dieren stierf aan het begin van de studie als gevolg van een uitbraak van coccidiosis, waarna er een antibioticum aan het voedsel werd toegevoegd. Deze studie bewijst in ieder geval dat de kleuring als gevolg van caroteenpigmenten fysiologisch wordt gereguleerd. Er is dus geen simpele en directe relatie met het voedsel, zoals eerder is beweerd. |