Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Masman D., Gordijn M., Daan S. & Dijkstra C. (1986) Ecological energetics of the Kestrel: field estimates of energy intake throughout the year. ARDEA 74 (1): 24-39
1. Natuurlijke seizoensvariaties in de dagelijkse opname van metaboliseerbare energie werden vastgesteld op basis van 375 waarneemdagen aan individuele Torenvalken. Prooisoort, aantal en duur van de maaltijden werden aan de gedragsprotocollen ontleend, energie-inhoud en assimilatiequotidnt werden in het laboratorium bepaald. 2. Van oktober tot maart bestond het dieet voor 95% uit veldmuizen en voor 2% uit bosspitsmuizen. Van april tot september werden de veldmuizen in het dieet aangevuld met 6% bosspitsmuizen, 2% zangvogels en 1% steltloperjongen. 3. Veldmuisgewichten werden ontleend aan vier steekproeven: a) door Torenvalken verstopte muizen (n = 71); b) waargenomen maaltijdduur van etende valken (n = 879); c) door valken op van weegschalen voorziene nesten aangevoerde prooien (n = 239); d) veldmuizen gevangen bij tweemaandelijkse dichtheidsbepalingen met klapvallen (n = 1.100). In de zomer waren de door valken gevangen muizen gemiddeld lichter dan de muizen in klapvallen. Tijdens de voortplanting behandelden mannelijke Torenvalken de geslagen veldmuizen selectief: Direct opgegeten muizen waren significant lichter dan de op het nest aangevoerde muizen, die zelf weer lichter waren dan verstopte muizen. De winterpopulatie veldmuizen vertoonde weinig variatie in gewicht en selectie werd dan ook niet vastgesteld. . 4. Water-, vet-, eiwit-, en asgehaltes van veldmuizen varieerden in de loop van het jaar (Tabel 4), de energie-inhoud bleef echter constant (21,4 ¦ 0,1 kJ/g). Door variatie in het assimilatiequotidnt waren er verschillen in de metabolische energiewaarde (zomer 4,6 kJ/g verse muis; winter 4,2 kJ/g). 5. Buiten het voortplantingsseizoen varieerde de energieopname over de dag, zodanig dat deze een piek vertoonde rond zonsondergang. 6. In de winter traden grote dagelijkse verschillen op in de energieopname, die vooral door weersomstandigheden werden bepaald (Fig. 4). Het verstoppen en weer ophalen van gevangen prooien bufferde zulke dagelijkse variaties. 7. Voor ?? Torenvalken bereikte de gemiddelde dagelijkse opname een maximale waarde gedurende de eileg (371,2 ¦ 32,1 kJ/dag), een verhoging van. 35% boven het winter niveau. Voor ?? lag het maximum in de nestjongenfase (415,6 ¦ 42,3 kJ/dag), 52% boven de winteropname. Minimale voedselopname viel samen met de rui, zowel voor ?? als voor ??. Bij ?? die hun jongen verzorgden bestond er een samenhang tussen de dagelijkse inspanning en de voedselopname (Fig. 6): Op dagen met minder dan gemiddelde inspanning (4.6 uur vliegen/dag) bleven opname en verbruik van energie in balans. Op dagen met hogere inspanning bleef de energieopname ongewijzigd op een niveau van 430,0 ¦ 23,4 kJ/dag. Vermoedelijk werd de opname beperkt door een grens aan wat per dag aan voedsel verwerkt kan worden en moesten boven de gemiddelde inspanning lichaamsreserves worden aangesproken. . 8. De Torenvalk blijkt verschillende manieren te gebruiken Om seizoenspieken in energiebehoefte het hoofd te bieden: verhoogde dagelijkse opname, aanleg en verbruik van lichaamsreserves en wisselende allocatie van energie voor warmteregulatie en activiteit.


[close window] [previous abstract] [next abstract]