Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Michaelsen T.C. & Byrkjedal I. (2002) 'Magic carpet' flight in shorebirds attacked by raptors on a migrational stopover site. ARDEA 90 (1): 167-171
In de nazomer van 1995 foerageerden 4000-5000 steltlopers in negen soorten op een kleine wadvlakte in Noorwegen. Bonte Strandloper Calidris alpina en Bontbekplevier Charadrius hiatieula waren de belangrijkste soorten met elk > 30%. Deze concentratie wadvogels trok een veelheid van gevleugelde roofvijanden aan. Slechtvalk Faleo peregrinus (58% van 222 geregistreerde aanvallen) en Smelleken F. eolumbarius (22%) waren veruit de belangrijkste predatoren. Vanaf de rand van de baai werden de activiteiten van roofvogels en hun prooi bijgehouden. Het bleek dat de veelal gemengde wadvogelgroepen bij een aanval met samenbalden en al zwenkend en draaiend probeerden te ontsnappen, maar gewoonlijk linea recta naar zee vlogen (in 88% van 128 aanvallen). Daarbij vormden ze een afgeplat 'magisch tapijt' (mediane diepte in de groep 0,8 m) vlak boven het zeeoppervlak (0,5 m). Er wordt gesuggereerd dat deze vorm van ontwijkingsgedrag voorkomt dat Slechtvalken de groep in een stootduik attaqueren vanwege het grote risico zo dicht bij het wateroppervlak. Doordat elke vogel binnen de groep probeert zo snel mogelijk vooraan in de groep te komen (veiliger want aanvallen vooral gericht op achterzijde van de groep), blijft het tapijt in stand en wordt op topsnelheid gevlogen. Op 200-400 m uit de kust nam de snelheid van de groep af en keerden de vogels terug, veelal samenvallend met het uitblijven van verdere aanvallen. Als ze landinwaarts probeerden te ontsnappen, vlogen ze significant hoger dan boven zee. Het SllCceSpercentage van jagende Slechtvalken van 3,4% in deze studie is laag vergeleken met dat in tal van andere studies.


[close window] [previous abstract] [next abstract]