Ardea Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union |
Wymenga E., Engelmoer M., Smit C.J. & Van Spanje T.M. (1990) Geographical breeding origin and migration of waders wintering in west Africa. ARDEA 78 (1-2): 83-112 |
West-Afrikaanse kustgebieden vormen het overwinteringgebied voor ruim 3.5 miljoen steltlopers. De broedgebieden van deze vogels strekken zich uit van NO. Canada tot centraal Siberië. Tijdens de voor- en najaarstrek maken deze vogels ook gebruik van West-Europese wetlands, waarbij de Waddenzee en het Deltagebied een belangrijke rol spelen. In West-Afrika overwinterende steltlopers concentreren zich voor het grootste deel op de Banc d'Arguin in Mauritanië en in de Bijag6s Archipel in Guinee-Bissau. In deze bijdrage wordt op basis van morfometrische gegevens, terugmeldingen van geringde vogels en meldingen van gekleurmerkte vogels een poging gedaan de herkomstgebieden en de trekwegen van deze vogels te beschrijven. Tevens worden verschillen en overeenkomsten tussen deze beide overwinteringgebieden besproken. Voor verschillende soorten (Kanoetstrandloper, Drieteenstrandloper, Bonte Strandloper, Rosse Grutto, Wulp) vormen de resultaten van de analyses een bevestiging van de reeds bestaande ideeën over broedgebieden en trekwegen. Voor Bontbekplevier, Zilverplevier en Tureluur werden aanwijzingen gevonden dat de broedgebieden van de in Guinee-Bissau overwinterende vogels noordelijker en oostelijker gesitueerd zijn dan die van de in Mauritanië overwinterende exemplaren. Waarschijnlijk is dit deels ook het geval voor de Rosse Grutto, Regenwulp, Wulp en Steenloper. Voor veel soorten is het echter moeilijk om op basis van morfologische gegevens de exacte herkomstgebieden aan te geven. Reden hiervoor is dat de variatie in lichaamsmaten van de meeste soorten, gemeten over het gehele verspreidingsgebied, een geleidelijk verloop vertoont, waardoor veel overlap in lichaamsmaten bestaat. Ook meer geavanceerde statistische technieken, zoals de discriminant- analyse, blijken veelal onvoldoende mogelijkheden te bieden om de herkomstgebieden van de betrokken vogels nauwkeurig aan te geven. De meeste in West-Afrika overwinterende steltlopers worden verondersteld via West-Europese kustgebieden naar de broedgebieden te trekken. Tenminste een deel van de populatie van de Kleine Strandloper, Krombekstrandloper en Wulp lijkt hierop een uitzondering te vormen. Deze vogels trekken waarschijnlijk via NW. Afrika, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee naar de broedgebieden. De Banc d'Arguin blijkt, vooreen groter aantal vogels dan vroeger werd aangenomen, ook een belangrijke functie te vervullen als doortrekgebied voor vogels die ten zuiden hiervan overwinteren (met name in Guinee-Bissau, Guinee en Siërra Leone). Toekomstig onderzoek naar de herkomstgebieden van in West-Afrika overwinterende steltlopers zal naast de toepassing van biometrie bij voorkeur gepaard dienen te gaan met de introductie van nieuwe technieken zoals het verzamelen van bloedmonsters ten behoeve van DNA analyse. |