Ardea Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union |
Heggberget T.M. (1991) Establishment of breeding populations and population development in the Canada Goose Branta canadensis in Norway. ARDEA 79 (2): 365-370 |
Dit artikel gaat over de vestiging van broedpopulaties van de Canadese Gans en over het aantalverloop van deze gans in Noorwegen. De gegevens zijn gebaseerd op ganzentellingen, wildbeheerdocumenten en op schriftelijke en telefonische enquêtes. De Scandinavische populatie van de Canadese Gans stamt af van twee zeer kleine populaties. In 1936 werd voor het eerst een gering aantal ganzen in Noorwegen uitgezet. De omvang van deze populatie bleef erg klein totdat er vanaf 1960 meer ganzen werden uitgezet: tussen 1971 en 1984 waren dat minstens 787 ganzen, uitgezet of overgebracht naar nieuwe gebieden. Tot 1984 ontstonden er op deze wijze broedpopulaties in 16 van de 19 provincies in Noorwegen (Tabel 1, Fig. 1). De jaarlijkse toename van het aantal broedgevallen bedroeg ongeveer 25%, hetgeen inhoudt dat de populatie elke 3 jaar in aantal verdubbelt (Fig. 2). Het aantal broedparen en de omvang van de herfstpopulatie per provincie is positief gecorreleerd met het aantal ganzen dat eerder was uitgezet. Dit wijst er sterk op dat de geografische verspreiding en het aantal sterk beïnvloed is door het uitzetten van deze soort. Daarnaast is de populatie toegenomen door broeden in het wild (Tabel 2). Rond 1984 werd de omvang van de broedpopulatie geschat op 700-900 paren, en die van de najaarspopulatie op 5.000-7.000 individuen. De gegevens wijzen op een verdergaande toename na 1984. Door het toestaan van jacht (vanaf 1986) op deze soort vindt wel een afname plaatsvindt in de grootte van groepen op de pleisterplaatsen die de Canadese Gans tijdens de herfst bezoekt (Fig. 3). |