Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Drent R.H., Klaassen M. & Zwaan B. (1992) Predictive growth budgets in terns and gulls. ARDEA 80 (1): 5-17
Voor veel vogelsoorten zijn bij verkenningen van de grenzen van de ouderlijke zorg de energie-uitgaven gekwantificeerd. Voor een goed begrip van de energetische limieten is echter ook een kwantificering van de energiebehoeften van de nakomelingen belangrijk. Betrouwbare energiebudgetten van kuikens in het vrije veld zijn echter maar voor een handvol soorten voorhanden. In dit artikel worden de energiebudgetten gepresenteerd van kuikens van enkele sterns en meeuwen die in gevangenschap zijn grootgebracht. Bij een vergelijking van deze budgetten met die van vrijlevende kuikens komen opmerkelijke parallellen aan het licht. Gemiddeld wordt 45% van de beschikbare energie voor het basaal metabolisme gebruikt en 27% voor weefselvorming (waarvan 7% voor de biosynthese). De overige energie-uitgaven blijken voor soorten waarvoor dit onder veldomstandigheden gemeten is, voor 10% uit thermoregulatie en 18% uit activiteitskosten te bestaan. Daar het aantal complete energiebudgetten van kuikens tamelijk gering is, hebben we uit de literatuur specifieke componentschattingen verzameld van het energiebudget over de totale opgroeiperiode tot aan het vliegvlug worden. Binnen de Laridae blijken de totale metaboliseerbare energie, het basaal metabolisme en de productiekosten als functie van het kuikengewicht bij het uitvliegen, een zeer hoge correlatie te vertonen. Ook bij extrapolatie van de 'Laridae-curven' naar lichtere en zwaardere soorten uit andere families blijkt de vergelijkbaarheid groot. De energiebehoefte van vogels die jongen verzorgen, blijkt bij het merendeel van de tien onderzochte soorten zo'n drie- tot viermaal de waarde van het basaal metabolisme te bedragen. Voor adulte vogels is reeds vaak aangetoond dat energie-uitgaven weliswaar grofweg een gewichtsgerelateerd patroon volgen, maar toch ook duidelijk beïnvloed worden door een groot aantal biotische en abiotische factoren. Dergelijk onderzoek bij kuikens, waarbij de gepresenteerde gegevens als een referentiekader zouden kunnen dienen, ontbreekt nog vrijwel geheel.


[close window] [previous abstract] [next abstract]