Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Noordhuis R. & Spaans A.L. (1992) Interspecific competition for food between Herring Larus argentatus and Lesser Black-backed Gulls L fuscus in the Dutch Wadden Sea area. ARDEA 80 (1): 115-132
Sinds het einde van de jaren zestig is het aantal Zilvermeeuwen op Terschelling toegenomen van 6.000-8.000 paren tot meer dan 20.000 in de eerste helft van de jaren tachtig, dat van de Kleine Mantelmeeuw van enkele honderden paren tot 13.000. In dezelfde periode zijn er belangrijke veranderingen opgetreden in de voedselsamenstelling van de Zilvermeeuwen. De Zilvermeeuwen van Terschelling voeden zich voornamelijk met ongewervelde dieren van het wad. Afval van vuilstortplaatsen en vis zijn ook van belang, vooral als kuikenvoedsel. In de jaren zestig bestond zo'n 75% van het kuikenvoedsel uit vis, voor een groot deel bestaande uit overboord gezette bijvangsten van vissersboten. In 1985-1987 werd beduidend minder vis gegeten dan in de jaren zestig. Zoetwatervis, die afkomstig is van het vasteland, werd in 1985-1987 geregeld in braakballen van Zilvermeeuwen aangetroffen, terwijl deze voedselcategorie in de jaren zestig vrijwel geheel ontbrak. De Kleine Mantelmeeuwen blijken zich vrijwel uitsluitend met zeevis te voeden. De soortsamenstelling en het formaat van de vis die ze vangen, zijn vrijwel gelijk aan die van de vis die in de jaren zestig door de Zilvermeeuwen werd gevangen. Schijnbaar hebben de toenemende aantallen Kleine Mantelmeeuwen, die door hun grotere wendbaarheid achter de vissersboten in het voordeel zijn, de Zilvermeeuwen gedwongen zich te concentreren op andere voedselbronnen. Enkele gegevens van Texel, Vlieland en Schiermonnikoog, waar aanzienlijk minder Kleine Mantelmeeuwen broedden dan op Terschelling, ondersteunen deze hypothese. De toename van de aantallen Zilvermeeuwen en Kleine Mantelmeeuwen heeft een steeds sterkere inter- en intraspecifieke voedselconcurrentie tot gevolg gehad. Deze concurrentie heeft geleid tot een afname van de eigrootte, de conditie van de jongen bij het uitvliegen, en het broedsucces bij de Zilvermeeuwen sinds de jaren zestig.


[close window] [previous abstract] [next abstract]