Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Bosschieter L., Goedhart P.W., Foppen R.P.B. & Vos C.C. (2010) Modelling small-scale dispersal of the Great Reed Warbler Acrocephalus arundinaceus in a fragmented landscape. ARDEA 98 (3): 383-394
De Grote Karekiet Acrocephalus arundinaceus is in Nederland als broedvogel sterk afgenomen. Het laatste bolwerk bevindt zich langs de randmeren van Noordwest-Overijssel, waar in de jaren negentig van de 20ste eeuw nog 175 paren werden geteld (toentertijd de helft van de Nederlandse populatie, de dichtstbijzijnde populatie zat op 70 km afstand en telde 60 paren). In Noordwest-Overijssel werden 1.157 Grote Karekieten van kleurringen voorzien. De meeste van deze karekieten (85%) waren juveniele vogels waarvan het geslacht onbekend was. In het studiegebied werden vervolgens 178 vogels minstens één keer afgelezen. Tussen bekende nestlocaties werden 254 bewegingen genoteerd, waarvan er 199 betrekking hadden op verplaatsingen tussen opeenvolgende jaren. Het aantal aflezingen nam af met een toenemende afstand tot de ringplaats. Desondanks kon worden aangetoond dat juveniele vogels zich over grotere afstanden verplaatsten dan adulte vogels (in het laatste geval: geen verschil tussen beide geslachten). De volwassen vogels tendeerden naar broeden in de buurt van de eerdere broedplaats. Bijna tweederde deel werd teruggezien op gemiddeld 580 m van de vorige nestplaats. De resterende vogels werden op een gemiddelde afstand van 10 km teruggezien. Net als bij juveniele vogels, die voor bijna 40% willekeurige dispersierichtingen te zien gaven, lijken gaten met ongeschikt habitat te midden van rietstroken en rietvelden geen belemmering te zijn voor dispersie onder adulte vogels. Of adulte vogels inderdaad grotere dispersieafstanden gingen vertonen naarmate het geschikte leefgebied meer verbrokkeld was, moet nader onderzoek uitwijzen. Dat geldt ook voor het al of niet bestaan van twee dispersiestrategieën: in de buurt van de nest- of geboorteplek blijven versus grotere dispersieafstanden afleggen (al dan niet in willekeurige richtingen). In het eerste geval zou habitatfragmentatie dramatischer kunnen uitpakken dan in het tweede geval.


[close window] [previous abstract] [next abstract]