Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Camphuysen C.J. & Gronert A. (2012) Apparent survival and fecundity of sympatric Lesser Black-backed Gulls and Herring Gulls with contrasting population trends. ARDEA 100 (2): 113-122
Wij onderzochten de schijnbare overleving van voornamelijk volwassen broedvogels op basis van een kleurringprogramma waarbij individuele Kleine Mantelmeeuwen Larus fuscus en Zilvermeeuwen Larus argentatus van jaar op jaar konden worden gevolgd. De schijnbare overleving is een overlevingsschatting waarbij sterfte en emigratie niet worden onderscheiden. Het onderzoek werd uitgevoerd in een grote, gemengde kolonie van beide soorten op Texel in de westelijke Waddenzee. In deze kolonie werd ook het broedsucces van beide soorten onderzocht. Bij de Zilvermeeuw vonden wij een overleving van 79% bij de vrouwtjes en 86% bij de mannetjes. Bij Kleine Mantelmeeuwen speelde het geslacht geen duidelijke rol, maar hier werden sterke effecten tussen jaren gevonden (overleving variërend van 81–100%, gemiddeld ≈91%). Het broedsucces van Kleine Mantelmeeuwen was significant lager dan dat van Zilvermeeuwen in deze kolonie. Dit verschil werd vooral veroorzaakt door vier opeenvolgende jaren (2006–2009) met een zeer laag uitvliegsucces bij de Kleine Mantelmeeuw, vooral als gevolg van wijdverbreid kannibalisme (60–67% van alle kuikens gepredeerd). Kuikenpredatie was aanzienlijk lager bij de Zilvermeeuw. Aan het einde van de twintigste en in het begin van de eenentwintigste eeuw viel een sterke toename van de populatie Kleine Mantelmeeuwen in de Waddenzee samen met een afname bij de Zilvermeeuw. Het sterk verschil in broedsucces tussen beide soorten (waarbij de Zilvermeeuw nu veel beter presteert dan de Kleine Mantelmeeuw) en het minieme verschil in adulte overleving zouden een aanwijzing kunnen zijn dat de beide populaties zich in de toekomst wel eens omgekeerd kunnen ontwikkelen (een toename van Zilvermeeuwen, een afname van Kleine Mantelmeeuwen). Op grond van de hier beschreven resultaten stellen wij voor dat onvoldoende onderzochte aspecten die van invloed zijn op overleving en broedsucces meer aandacht krijgen. Voorbeelden daarvan zijn het overslaan van broedseizoenen door volwassen vogels (keuze voor eigen overleving in plaats van een nieuwe broedpoging) en seksuele verschillen in foerageergedrag en broedzorg.


[close window] [previous abstract] [next abstract]