Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Fülöp A., Daróczi S.J., Dehelean A.S., Dehelean L.A., Domahidi Z., Dósa A., Gyékény G., Hegyeli Z., Kis R.B., Komáromi I.S., Kovács I., Miholcsa T., Nagy A.A., Nagy A., Ölvedi S.Z., Papp T., Pârâu L.G., Sándor A.K., Sos T. & Zeitz R. (2018) Autumn passage of soaring birds over Dobrogea (Romania): a migration corridor in Southeast Europe. ARDEA 106 (1): 61-77
De in het zuidoosten van Roemenië gelegen Dobrogea maakt deel uit van de Oost-Europese en Oost-Afrikaanse trekroute. Het gebied wordt aangemerkt als een van de belangrijke trekcorridors langs de westkust van de Zwarte Zee voor vogels die gebruikmaken van thermiek. Onze kennis over de trekintensiteit, fenologie en geografische patronen van de vogels die over het gebied trekken, is echter slecht. Wij onderzochten in 2002–2007 van half augustus tot eind oktober het in het noorden van de Dobrogea gelegen Măcingebergte de trekintensiteit en fenologie van vogels die tijdens de trek gebruikmaken van thermiek. Om de ruimtelijke trekpatronen over de Dobrogea vast te leggen, werd in 2010–2011 in de tweede helft van september op respectievelijk 15 en 13 telpunten simultaantellingen gehouden. In het Măcingebergte werden in de twee jaren gemiddeld 11.297 ± 2334 (SD; CV = 20,7%) trekkende roofvogels waargenomen, alsmede 21.367 ± 10.949 (51,2%) trekkende Ooievaars Ciconia ciconia en 455,6 ± 43,6 (9,6%) Zwarte Ooievaars Ciconia nigra. De trekfenologie varieerde zowel tussen de verschillende soorten roofvogels als tussen de twee soorten ooievaars. De trek vond over een breed front over de Dobrogea plaats. De trekintensiteit was echter het groots in de westelijke, centrale en oostelijke delen van het gebied en minder intensief in het noordelijke deel van het centrale gebied. In totaal werden 30 trekkende soorten roofvogels en drie soorten niet-roofvogels boven de Dobrogea geregistreerd. De meest voorkomende roofvogels waren Buizerd Buteo buteo, Wespendief Pernis apivorus, Schreeuwarend Clanga pomarina, Sperwer Accipiter n. nisus en Bruine Kiekendief Circus a. aeruginosus. De drie niet-roofvogelsoorten betroffen Ooievaar, Zwarte Ooievaar en Roze Pelikaan Pelecanus onocrotalus. Ons onderzoek (het eerst gebiedsdekkende onderzoek naar het verloop van de najaarstrek over het gebied van vogels die gebruikmaken van thermiek) benadrukt het belang van de Dobrogea als onderdeel van een wereldwijd vogeltreknetwerk.


[close window] [previous abstract] [next abstract]