Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Pérez-Granados C. (2020) Post-juvenile and post-breeding moult of the Black Wheatear Oenanthe leucura in south-eastern Spain: slowed down due to climatic aridity? ARDEA 108 (1): 21-29
Ondanks de toenemende belangstelling voor rui bij vogels zijn er nog steeds duidelijke hiaten in onze kennis over dit onderwerp. Zo zijn bijvoorbeeld veel aspecten van de rui van verschillende Europese zangvogels nog onbekend. In deze studie beschrijf ik de postjuveniele en de postnuptiale rui van Zwarte Tapuiten Oenanthe leucura in 2014–2016 in Zuidoost-Spanje en analyseer ik de invloed die ecologische factoren op de rui bij deze soort kunnen hebben. De postjuveniele rui van de Zwarte Tapuit in dit onderzoek betrof een variabel aantal armpendekveren (in de meeste gevallen zes), maar tertials, duimvleugelveren en carpale dekveer werden ook vaak geruid. Handpennen werden nooit geruid en armpennen en staartveren slechts in 1,5% van de 65 vogels. Het aantal geruide veren tijdens de postjuveniele rui was niet gerelateerd aan geslacht of grootte van de vogel. De postnuptiale rui vond plaats tussen eind juni en half november en verliep zoals bij veel andere Europese zangvogels het geval is. Deze rui duurde gemiddeld 145 dagen (zonder verschillen tussen geslachten of jaren). De lichaamsconditie van de tapuiten nam niet af naarmate de rui vorderde. De duur van de postnuptiale rui van de Zwarte Tapuiten is bijna het dubbele van de gemiddelde duur beschreven voor Europese zangvogels en is hiermee een van de langstdurende die ooit voor zangvogels beschreven is. Hun bestaan als standvogel en hun grootte kunnen gedeeltelijk de lange duur van de postnuptiale rui verklaren. De kleine seizoenfluctuaties van het klimaat en de sterke droogheid van het studiegebied lijken echter de belangrijkste factoren van het gevonden patroon te zijn.


[close window] [previous abstract] [next abstract]