Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Fijn R.C., de Jong J.W., Adema J., van Horssen P.W., Poot M.J.M., van Rijn S., van Eerden M.R. & Boudewijn T.J. (2021) GPS-tracking of Great Cormorants Phalacrocorax carbo sinensis reveals sex-specific differences in foraging behaviour. ARDEA 109 (3): 491-505
Aalscholvers Phalacrocorax carbo worden gezien als generalisten wat betreft de keuze van hun voedselgebieden (zowel mariene als zoetwatergebieden) en de enorme verscheidenheid aan prooisoorten die worden gegeten. Recent is er echter in toenemende mate evidentie dat ogenschijnlijke generalisten toch bestaan uit specialistisch opererende individuen met een specifieke, deels op geslacht gebaseerde voedselkeuze. Dit artikel beschrijft het foerageergedrag (plaatskeuze en tijdsbesteding op zee) van Aalscholvers in de Voordelta. In het broedseizoen van 2012 werden in de kolonie in het Breede Water op Voorne 11 adulte vogels gezenderd met GPS-loggers. De vogels waren hierdoor nauwkeurig te volgen op hun voedselvluchten en uit de verplaatsing (afstand en snelheid) en de temperatuur (< of >18°C) kon het gedrag worden afgeleid. Aanvullend werd gekeken naar individuele braakballen bij de nesten om hieruit de voedselkeuze na te gaan. De resultaten laten zien dat de Aalscholvers van de kolonie van het Breede Water een aantal sterk verschillende foerageerpatronen vertoonden, variërend van vogels met uitsluitend trips naar het binnenland tot exclusief op zee foeragerende individuen. De grootste afstand die de op zee vissende vogels aflegden, bedroeg 28 km enkele reis vanaf de kolonie. De tijdbesteding tijdens foerageerperioden liet een relatief lange tijd besteed aan rusten zien (55% van de tripduur ± 23%), naast foerageren (31 ± 18%) en vliegen (15 ± 11%). Platvis domineerde in het menu, wat wijst op een nabij de bodem georiënteerd duikpatroon. Gebruik van bijvangst vanaf vissersboten kon worden uitgesloten als belangrijke bron van voedsel, hoewel dit wel is waargenomen. Opvallend was dat mannetjes alleen op zee foerageerden. Op open zee bestond de bodem uit zandige, vlakke ondiepten (5–15 m) naast de stenige, meer gevarieerde onderwateromgeving bij de blokkendammen van de haventerreinen en de havenbekkens zelf. Vrouwtjes werden daar ook waargenomen, maar verhoudingsgewijs meer in het binnenland (1–3 m waterdiepte). Vrouwtjes besteedden meer tijd aan voedsel zoeken dan mannetjes, vooral op zee. Deze geslachtsgebonden verschillen in foerageerstrategie kunnen te maken hebben met competitie in de zoute foerageergebieden, waarbij de grotere mannetjes in het voordeel zijn.


[close window] [previous abstract] [next abstract]