Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Debout G., Rov N. & Sellers R.M. (1995) Status and population development of Cormorants Phalacrocorax carbo carbo breeding on the Atlantic coast of Europe. ARDEA 83 (1): 47-59
Langs de Atlantische kust van West-Europa (Frankrijk, Britse Eilanden en Noorwegen) broeden tegenwoordig ongeveer 37 000 paren Aalscholvers. Dit is zo'n 83% van de wereldpopulatie van de meestal aan zout water gebonden nominaatvorm. De kolonies hebben meestal een omvang van 10-500 paar, met een maximum van 1.400 paar en worden vrijwel overal waar zich geschikt broedbiotoop bevindt aangetroffen. Als broedplaats worden meestal kliffen en rotsige buitengaats gelegen eilandjes gebruikt, hoewel sommige, vooral in Ierland, ook in bomen broeden. Factoren met een cruciale invloed op de omvang van een kolonie zijn met name de hoeveelheid geschikt foerageergebied (water van minder dan 10 m diepte) binnen een straal van 30 km en de nabijheid van andere kolonies. In het algemeen is de populatie van P. c. carbo in de laatste 10-20 jaar toegenomen, waarschijnlijk als gevolg van een betere bescherming. De snelheid van toename verschilde enigszins per gebied, maar was gemiddeld enkele procenten per jaar. Alleen in Noord-Schotland is nog altijd sprake van een afname. Twee andere gevallen van plotselinge aantaldalingen worden beschreven: in Noorwegen in 1985-1987 en in ZW-Wales in 1991. Beide gevallen lijken toe te schrijven te zijn aan perioden van slecht weer aan het begin van het broedseizoen, waardoor vispopulaties zich in te diep water bleven ophouden om goed voor de vogels bereikbaar te zijn. In het geval van de Noorse situatie kan ook een werkelijke afname van vispopulaties een rol hebben gespeeld.


[close window] [previous abstract] [next abstract]