Ardea Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union |
De Nie H. (1995) Changes in the inland fish populations in Europe in relation to the increase of the Cormorant Phalacrocorax carbo sinensis. ARDEA 83 (1): 115-122 |
Volgens een bepaald patroon reageren vispopulaties op de toenemende eutrofiering (vermesting) van het water. Dit patroon is echter plaatselijk verschillend; het hangt sterk af van de situatie v66r de vermesting begon. Er is overal een trend naar onevenwichtige, sterk in de tijd veranderende vispopulaties waarin kleine, kort levende soorten domineren die snel geslachtsrijp worden zoals Baars Perca fiuviatilis, Pos Gymnocephalus cemuus, Spiering Osmerus eperlanus en karperachtige (cypriniden) als Blankvoorn Rutilus rutilus en Brasem Abramis brama. Blankvoorn, Baars, Pos en Spiering worden door Aalscholvers eerder gepredeerd dan de Brasem, met zijn hoge rug. Deze selectie is opvallend, zeker in wateren waarin de Brasem domineert in aantal en gewicht. Het vissen in groepsverband op schoolvormende vissoorten als Baars, Pos, Spiering en Blankvoorn in betrekkelijk troebele, eutrofe en hypertrofe meren (fosfaat gehalte tussen 100 en 500 mg/m3 en uitschieters naar 1.000 mg/m3) met weinig of geen waterplanten kan men beschouwen als een aanpassing van de Aalscholverpopulatie aan de vermesting van het water door de mens. De biomassa aan vis in zulke meren kan enorm hoog oplopen, tot soms meer dan 1.000 kg/ha. Daar waar meren en grote rivieren nog betrekkelijk schoon en helder zijn, gedraagt de Aalscholver zich (weer) als een solitaire 'jager' met voorkeur voor Paling Anguilla anguilla. In het oorspronkelijk altijd al mild eutrofe (tot 100 mg/m3 fosfaat-P), benedenstroomse gebied worden Winde Leuciscus idus, Snoek Esox lucius, Kroeskarper Carassius carassius, (gewone) Karper Cyprinus carpio gegeten. Bovenstrooms in rivieren komen de karperachtige vissen als Kopvoorn L. cephalus, Winde L. idus, Alver Albumus albumus, Barbeel Barbus barbus en Sneep Chondrostoma nasus in het dieet voor. In kleine rivieren (oligotroof tot mesotroof: fosfaat-P gehalte tussen 5 en 30 mg/m3) en beken wordt ook gevist op Vlagzalm Thymallus thymallus en Beekforel Salmo trutta. Houtingachtige vissoorten (genusnaam Coregonus, ook wel marenen genoemd in Engels: whitefish) worden zelden gepredeerd hoewel ze nog veel voorkomen in de grote, diepe, oorspronkelijk oligotrofe, meren aan de voet van de Alpen. Daar bestaat een uitgebreide (beroeps) visserij op deze soorten. |