Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Grendstad L.C., Moksnes A. & Roskaft E. (1999) Do strategies against conspecific brood parasitism occur in Redwings Turdus iliacus? ARDEA 87 (1): 101-111
Eieren van de Koekoek Cuculus canorus, experimenteel in nesten van de Koperwieken Turdus iliacus gedeponeerd, blijken in veer gevallen te worden geweigerd. Dit op het eerste gezicht voor de hand liggende resultaat is opvallend, omdat lijsters maar bij hoge uitzondering door Koekoeken geparasiteerd worden. De onderzoekers veronderstelden daarom dat de bij Koperwieken klaarblijkelijk sterk ontwikkelde afkeer van 'vreemde' eieren zou kunnen zijn veroorzaakt door het (frequent) voorkomen van conspecifiek nestparasitisme. In dit artikel worden de resultaten van veldexperimenten gepresenteerd waarmee de hypothese werd onderzocht dat Koperwieken daartegen een verdedigingsmechanisme hebben ontwikkeld. Hiertoe werden vier voorspellingen getoetst. Ten eerste werd verondersteld dat het vervangen van een ei door een 'vreemd' ei van een soortgenoot in een aantal gevallen tot afstoting zou moeten leiden. Omdat er individuele variatie bestaat in de kleur en vlekkenpatroon van koperwiekeieren, lag het voor de hand aan te nemen dat sterk afwijkende eieren van soortgenoten eerder geweigerd zouden worden dan exemplaren die sterk op die van de gastheer leken. Ten tweede werd, in aansluiting op het voorafgaande, aangenomen dat de iets grotere, maar verder sterk gelijkende eieren van Kramsvogels Turdus pilarus vaker geweigerd zouden worden dan die van soortgenoten. Ten derde, omdat het defensiemechanisme als gevolg van conspecifiek nestparasitisme zou zijn ontwikkeld, werd verondersteld dat Koperwieken agressiever zouden reageren tegen een opgezette soortgenoot in de omgeving van het nest dan bijvoorbeeld tegen een opgezette Koekoek. Tenslotte werd verondersteld dat deze reactie ook sterker zou zijn ten opzichte van een opgezette Koperwiek bij het nest dan tegen een opgezette Kramsvogel. 'Vreemde' eieren werden in gemiddeld 20% van de gevallen geweigerd, maar het maakte daarbij niet uit of het vreemde ei een duidelijk afwijkende kleur had ten opzichte van het oorspronkelijke legsel. Ook werden eieren van Kramsvogels niet vaker geweigerd dan die van soortgenoten. In een controlegroep (zander verwisselde eieren) werd geen enkel ei afgestoten. De agressieve reacties van Koperwieken op opgezette dummies in de omgeving van het nest waren het felst tegen vrouwelijke soortgenoten en het minst tegen een Koekoek. De resultaten ondersteunen de gedachte dat conspecifiek nestparasitisme ten grondslag ligt aan het verdedigingsmechanisme.


[close window] [previous abstract] [next abstract]