Ardea Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union |
Lourenço P.M. (2007) Analysing the faecal samples of Ragworm predators: not just a matter of counting mandibles. ARDEA 95 (1): 151-155 |
De zeeduizendpoot Hediste diversicolor is een belangrijke prooi voor veel wormetende vogels van estuaria en andere gematigde getijdengebieden. Het aardige van zeeduizendpoten is dat hun relatief grote en sterke kaken in braakballen en feces van de vogels kunnen worden teruggevonden. In veel voedselecologische studies wordt het aantal kaken per braakbal of feces geteld om het aandeel van de zeeduizendpoot in het voedsel te schatten en de grootte van de kaken gemeten om de grootte van de gegeten prooien te bepalen. De meest toegepaste methode om het aantal gegeten wormen te bepalen is eenvoudigweg het aantal gevonden kaken door twee te delen. Dit kan echter gemakkelijk tot een onderschatting van het aantal wormen leiden. De auteur stelt twee alternatieve methodes voor die tot nauwkeurigere schattingen kunnen leiden: (1) het onderscheiden van linker- en rechterkaken en dan het grootste aantal van die twee aanhouden als de beste benadering van het aantal geconsumeerde wormen, (2) het ‘linken’ van de linker- en rechterkaken aan elkaar, waarna het aantal paren en de overgebleven ongepaarde kaken worden opgeteld. In een door de auteur verzamelde referentiecollectie had 95% van de wormen een verschil tussen de linker- en rechterkaak van minder dan 5%. Hij stelt daarom voor 5% grootteverschil als grenswaarde voor het vormen van een paar aan te houden. De drie methoden werden vergeleken aan de hand van feces van de Zilverplevier Pluvialis squatarola en van de Tureluur Tringa totanus verzameld in het estuarium van de Taag in Portugal. De geteste methoden leidden tot beduidend verschillende ramingen van het aantal zeeduizendpoten per feces, waarbij de methode van het ‘linken’ van linker- en rechterkaken het hoogste scoorde. Het leverde een 32% hogere schatting op dan het totaal aantal kaken te delen door twee en een 18% hogere uitslag dan het maximale aantal linker- of rechterkaken aan te houden. Het gevonden verschil suggereert dat het de moeite waard kan zijn om voor voedselstudies waarbij een nauwkeurige schatting van het aantal gegeten zeeduizendpoten van belang is, het arbeidsintensieve ‘linken’ van linker- en rechterkaken toe te passen. Voor studies naar bijvoorbeeld seizoen- of locatieafhankelijke patronen in het aantal geconsumeerde zeeduizendpoten zou met de andere twee methodes kunnen worden volstaan, aangenomen dat de afwijking in schatting niet afhankelijk is van de plaats of het seizoen dat de monsters zijn verzameld. |