Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Thorup O., Timonen S., Blomqvist D., Flodin L-Å., Jönsson P.E., Larsson M., Pakanen V-M. & Soikkeli M. (2009) Migration and wintering of Baltic Dunlins Calidris alpina schinzii with known breeding origin. ARDEA 97 (1): 43-50
Bonte Strandlopers Calidris alpina van de ondersoort C. a. schinzii zijn te verdelen in drie geografisch gescheiden broedpopulaties. De groep die broedt rond de Oostzee (de ‘Baltische Bonte Strandloper’) is een van de kleinste en meest bedreigde steltloperpopulaties in Europa. De laatste vijftig jaar zijn er in meerdere landen intensieve veldstudies aan Baltische Bonte Strandlopers uitgevoerd, waarbij er veel werden geringd. Daarnaast hebben steltloperexpedities naar Noord en West Afrika de nodige terugmeldingen opgeleverd. In dit artikel worden deze gegevens geanalyseerd om meer duidelijkheid te krijgen over de trekroutes en overwinteringgebieden van Baltische Bonte Strandlopers. In tegenstelling tot eerdere berichten blijken Baltische Bonte Strandlopers voornamelijk te overwinteren in Afrika (Marokko, Mauritanië en Tunesië). Deze gebieden delen ze met Bonte Strandlopers uit IJsland, de Britse Eilanden, Groenland, Spitsbergen en gedeeltelijk ook met Scandinavische en Siberische broedvogels. Na het broedseizoen trekken de vogels in hoog tempo naar Afrika, voornamelijk via de Atlantische kust van Frankrijk en het Iberisch schiereiland. Na 16 Augustus zijn er nauwelijks nog terugmeldingen langs de trekroute. De voorjaarstrek begint eind Februari en loopt eveneens voornamelijk langs de Atlantische kust. De Nederlandse Waddenzee wordt zowel in het voorjaar als in het najaar aangedaan. Er waren geen aanwijzingen dat de Bonte Strandlopers uit het westelijke deel van het broedgebied (Denemarken, westkust Zweden en de Waddenzee) een andere trekroute volgden dan de broedvogels van de Oostzeekust.


[close window] [previous abstract] [next abstract]