Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Berg A. (1993) Habitat selection by monogamous and polygamous Lapwings on farmland: The importance of foraging habitats and suitable nest sites. ARDEA 81 (2): 99-105
Dit artikel gaat over habitatkeuze bij polygame en monogame Kieviten. Het onderzoek werd gedaan in het voorjaar van 1988 aan Kieviten die broeden op cultuurland in Midden Zweden. De beschikbaarheid van foerageergebieden was een belangrijke factor bij de habitat keuze. De vochtigheid was belangrijker dan de aard van het landgebruik, daar zowel overstroomd akkerland en overstroomd grasland meer gebruikt werden om te foerageren en droge gronden juist minder werden gebruikt dan verwacht. Vroeg in het seizoen was er een sterke voorkeur voor overstroomd akkerland (Fig. 1), terwijl later in het seizoen overstroomd akkerland en grasland de voorkeur hadden (Fig. 2). De oppervlakte aan droog akkerland (het voorkeursgebied om te nestelen) binnen de territoria van de Kieviten verschilde onderling niet van wat men zou verwachten op grond van het toeval (Fig. 3), waarschijnlijk omdat dit habitat algemeen is in het studiegebied en niet beperkend. Polygame mannetjes hadden een groter territorium met een groter foerageergebied dan monogame mannetjes. De oppervlakte van het nestelhabitat verschilde niet significant. Dit wijst er wederom op dat het foerageerhabitat belangrijker is bij het vestigen van een territorium bij Kieviten. Er lijkt een afweging te worden gemaakt tussen het vestigen van een groot territorium, waardoor de mogelijkheid ontstaat om meer wijfjes aan te trekken, en de vestiging op korte afstand van buren. In dit laatste geval vermindert het predatierisico - naar eerder is aangetoond. De afweging zou kunnen blijken uit de negatieve correlatie tussen territoriumgrootte van polygame mannetjes en het aantal nabije buren (Fig. 4).


[close window] [previous abstract] [next abstract]