Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Schreven K.H.T., Bijlsma R.G. & Both C. (2022) Brood sex ratio in European Honey Buzzards Pernis apivorus is related to spring phenology. ARDEA 110 (2): 169-186
Bij vogelsoorten waarvan de twee geslachten in lichaamsgrootte verschillen, zullen de kosten van het grootbrengen van dochters en zonen verschillend zijn. Vanuit evolutionair oogpunt bekeken, is het voordelig als de vogels kunnen beïnvloeden of ze zonen of dochters zullen voortbrengen. Bij roofvogels zijn de vrouwtjes groter dan de mannetjes. In een aantal gevallen is, zoals verwacht, gevonden dat in voedselarme jaren of territoria er relatief meer zonen dan dochters worden geproduceerd. Bij Wespendieven Pernis apivorus verschillen de geslachten maar weinig (6%) in gewicht. Wij verwachtten daarom dat er geen invloed is van omgevingsfactoren op de geslachtsverhouding van de jongen. In 1996–2014 hebben wij in Nederland van 311 jongen uit 195 broedsels uit Nederland en omgeving genetisch het geslacht bepaald en onderzocht welke omgevingsfactoren de geslachtsverhouding het beste konden verklaren. De totale geslachtsverhouding was niet scheef (50,8% vrouwtjes). In jaren waarin de vogels hun eieren vroeger in het seizoen legden, werden er echter meer dochters geboren (32% verandering in geslachtsverhouding over een bereik van tien dagen van de jaarlijkse gemiddelde legdatum). De relatieve legdatum binnen een jaar, de uitkomstvolgorde, het voorkomen van wespen (hoofdvoedsel) en het weer ’s zomers waren niet van invloed op de variatie in de geslachtsverhouding. Op de Veluwe en in Drenthe (1974–2014) legden de Wespendieven hun eieren vroeger in het seizoen als de maand mei warmer was. Dit resulteerde in een algehele vervroeging van de legdatum van ongeveer negen dagen in 40 jaar (parallel met stijging temperatuur in mei). Omdat een warme (en droge) meimaand doorgaans betekent dat er in dat jaar meer wespennesten zijn, verwachtten we dat dochters meer van wespenrijke jaren zouden profiteren dan zonen. Dat was echter niet terug te zien in het lichaamsgewicht, dat vooral afhing van de relatieve legdatum (negatief effect binnen een jaar) en de volgorde van het uitkomen (eerste jong is zwaarder dan het tweede). Het eventuele voordeel voor vrouwtjes (ten opzichte van mannetjes) om op te groeien in jaren met een warme meimaand, een vroege gemiddelde eilegdatum en veel wespen is vooralsnog onbekend.


[close window] [previous abstract] [next abstract]