Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Gutiérrez-Expósito C., Clavero M. & Revilla E. (2023) Prioritizing the conservation and research efforts for poorly known species: the buttonquails (Turnicidae) as a study case. ARDEA 111 (2): 501-510
Het is door gebrek aan veldgegevens of wetenschappelijke kennis niet altijd mogelijk om bij de beoordeling van de staat van instandhouding van vogelsoorten aan te geven welke inspanningen op het gebied van bescherming of onderzoek prioriteit moeten krijgen. Burgerwetenschap (‘citizen science’) kan hiertoe binnen een regio of voor bepaalde taxonomische groepen een belangrijke gegevensbron zijn. We hebben als ‘case study’ de weinige veldwaarnemingen van alle soorten vechtkwartels (Turnicidae) op eBird samengevoegd met de beschikbare informatie over de door BirdLife International gehanteerde verspreidingsgebieden en vervolgens op basis van schaarste en onzekerheid een prioriteitsindex vastgesteld. Schaarste wordt hier gedefinieerd als een combinatie van de frequentie van voorkomen van een soort (aandeel positieve eBird checklists) en de relatieve grootte van het verspreidingsgebied. Onzekerheid is gedefinieerd als een combinatie van de eBird-inspanning (dichtheid van eBird checklists) en de nauwkeurigheid van het verspreidingsgebied (aandeel positieve eBird checklists binnen het verspreidingsgebied). Wij vonden voor alle soorten vechtkwartels een hoge correlatie (Spearman r = 0,74) tussen de berekende prioriteitsindex en de door de International Union for Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN) gepubliceerde bedreigingsstatus. Vervolgens hebben we deze index toegepast op alle ondersoorten en een rangschikking voor deze niet-beoordeelde taxa gemaakt. Sommige endemische eilandondersoorten scoorden zeer hoog, samen met de soorten vechtkwartels die als meest bedreigd worden aangemerkt. De hier gevolgde aanpak is een eenvoudige methode om soorten binnen een bepaalde vogelgroep te rangschikken en prioriteiten voor monitoring en instandhoudinginspanning aan te geven. De methode is ook geschikt voor ondersoorten en zelfs voor populaties, die normaal gesproken geen formele beoordeling van de staat van instandhouding hebben.


[close window] [previous abstract] [next abstract]