Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Paracuellos M. (2006) Relationships of songbird occupation with habitat configuration and bird abundance in patchy reed beds. ARDEA 94 (1): 87-98
Moerasgebieden worden wereldwijd sterk aangetast en bedreigd. Bescherming en beheer van deze wetlands is daarom gebaat bij inzicht in de wijze waarop organismen zich over de beschikbare gebieden verspreiden. Dit artikel beschrijft een studie naar het verband tussen de dichtheid van zangvogels en hun verspreiding over een stelsel van 40 moerasgebiedjes in het zuidoosten van Spanje. Hiertoe werden zowel in de broedtijd als in de winter de aantallen vogels bepaald. Er werden 17 moerasvogelsoorten aangetroffen. In de winter behoorden Tjiftjaf Phylloscopus collybita, Cetti’s Zanger Cettia cetti en Blauwborst Luscinia svecica tot de meest algemene soorten. In de zomer waren dat Graszanger Cisticola juncidis, Kleine Karekiet Acrocephalus scirpaceus en Kleine Zwartkop Sylvia melanocephala. De vogels kwamen voor in de vegetatiezoom rond meertjes waarin Riet Phragmites australis de meest opvallende plant was. De begroeide oppervlakte varieerde van 0,05 tot bijna 30 ha. Elk gebied werd gekarakteriseerd op grond van 14 kenmerken. Deze kenmerken hadden betrekking op de ruimtelijke configuratie van de rietzomen (oppervlakte, vorm en afstand tot andere meertjes), de hydrologische gesteldheid (zoals zoutgehalte van het water) en de eigenschappen van de vegetatie (bedekking met Riet of andere planten). In de winter was de dichtheid van vogels nauw gecorreleerd met de ruimtelijke configuratie van de rietzomen, terwijl in de zomer juist een sterk verband bestond met de complexiteit van de vegetatie. Een nadere analyse van het voorkomen van de verschillende vogelsoorten liet een interessant patroon zien. Soorten die in hoge dichtheid voorkwamen, werden ook in de meeste moerassen aangetroffen, en naarmate een soort in lagere dichtheden voorkwam was de verspreiding beperkter. De rijkste vogelgemeenschappen werden aangetroffen in de grootste moerassen met de meest gevarieerde begroeiing. De ter plekke zeldzame Winterkoning Troglodytes troglodytes en Nachtegaal Luscinia megarhynchos bijvoorbeeld kwamen vrijwel uitsluitend voor in dergelijke aantrekkelijke moerassen. Deze resultaten onderstrepen het grote belang om grootschalige moerassystemen te beschermen en versnippering tegen te gaan. Geconcludeerd wordt dat biodiversiteit in wetlands meer gebaat is bij één groot systeem dan bij meerdere kleine gebieden.


[close window] [previous abstract] [next abstract]